Belastingdienst, saneren of niet?
Een van de meest voorkomende schuldeisers binnen een schuldregeling voor ondernemers of ex-ondernemers is de Belastingdienst.
Een veel gemaakte opmerking door ondernemers is, ik heb een belastingschuld en nu krijgen straks de overige schuldeiser niets meer. Anders dan in faillissement gaat de Belastingdienst niet voor op alle schuldeisers. Ze hebben wel een bijzondere positie, afhankelijk van het soort schuld.
In de praktijk hebben we met verschillende belastingschulden te maken. Allereerst hebben we de toeslagen, huur,- zorg-, kindertoeslag. Dit zijn “normale” schulden en worden concurrent behandeld en krijgen hetzelfde voorstel als alle andere schuldeisers.
Andere belastingschulden zoals inkomstenbelasting, omzetbelasting en loonbelasting zijn preferente vorderingen en krijgen binnen schuldhulpverlening een dubbel percentage tegen finale kwijting van de restschuld aangeboden.
Zelfs al ben je ondernemer dan is de Belastingdienst, onder bepaalde omstandigheden, nog bereid om akkoord te gaan met een saneringsvoorstel. Uiteraard dient dit goed onderbouwd te worden. Bij een doorstartende ondernemer wordt daarom bij een sanering vaak gebruik gemaakt van een saneringskrediet op basis van het besluit bijstand zelfstandigen (bbz – link). Deze regeling draagt bij aan een onafhankelijk getoetst aanbod, omdat de gemeente een onafhankelijk bedrijfskundig bureau inschakelt dat onderzoek doet naar de levensvatbaarheid.
Daarnaast is het, bij het saneren van belastingschuld) van groot belang dat de lopende verplichtingen iedere maand of kwartaal stipt op tijd worden voldaan en dat je in contact blijft met de desbetreffende ontvanger.
Zo kwam ik twee jaar geleden een vlotte vrouw van een jaar of 56 tegen. Al jaren had zij een kledingwinkel in alternatieve kleding. Als gevolg van tegenvallende inkomsten gedurende de economische crisis waren er forse achterstanden ontstaan. Zo ook bij de Belastingdienst. De Belastingdienst had al diverse pogingen genomen om haar vordering geïnd te krijgen. Van administratie op de computer was ze wars, maar wel enorm gemotiveerd om haar onderneming door te zetten.
Ik heb haar doorverwezen naar de gemeente. Vanwegehaar leeftijd kwam mevrouw in aanmerking voor een bbz-krediet op basis van de oudere zelfstandigen regeling. Dit betekende voor haar dat ze een bedrag om niet zou krijgen als er een akkoord getroffen kon worden met alle schuldeisers. Een krediet op basis van de deze oudere zelfstandige regeling houdt meestal in dat de onderneming niet levensvatbaar is.
Ook de Belastingdienst kreeg het voorstel tegen finale kwijting voorgelegd. In eerste instantie weigerde zij omdat er geen afloscapaciteit zou zijn en betrokkene zich niet aan voorgerekende omzet zou halen. Na overleg met de Belastingdienst hebben wij aanvullende cijfers overlegd en extra uitleg gegeven over de inhoud van het voorstel. Op een mooie woensdagmiddag kreeg ik het verlossende woord van de Belastingdienst; ze zouden toch akkoord gaan.
Nu had ik mevrouw beloofd dat als de laatste akkoordverklaring binnen zou komen ik haar persoonlijk op zou zoeken. Het moment dat ik in haar winkel stond, zal ik niet snel vergeten. Nooit heb ik iemand zo blij en opgelucht gezien. En nu na een half jaar gaat het nog steeds goed met haar en heeft ze geen problemen meer met het betalen van haar vaste lasten en de lopende verplichten bij de Belastingdienst. Ze heeft niet de bijstand in hoeven gaan en blijft actief als ondernemer, ze heeft een nieuwe kans gekregen.
Kelly Vink, senior insolventieadviseur bij Zuidweg & Partners