Een faillissement is voor een ondernemer veelal het sluitstuk van meerdere mislukte pogingen om financiële problemen te boven te komen. Vaak zijn er dan al acties ondernomen om de omzet te verhogen, herstructureringspogingen gedaan en is er gezocht naar aanvullende financiële middelen. Als dat allemaal niet heeft gebaat en de ondernemer – of dat nu een privépersoon (via een eenmanszaak) is of een rechtspersoon (meestal een BV) – gedwongen ophoudt met aan zijn of haar financiële verplichtingen te voldoen, wordt een faillissement onvermijdelijk.
De ondernemer kan dat faillissement zelf aanvragen of één of meer schuldeisers kunnen dat doen. Het faillissement wordt uitgesproken door de rechter. Die benoemt ook direct een curator. De curator neemt het beheer en de beschikking over alles wat tot de onderneming behoort, van de ondernemer over. Hij of zij inventariseert de bezittingen, verkoopt die en verdeelt de opbrengst onder de schuldeisers.
Die bezittingen bestaan uit de inventaris en de voorraden, maar ook uit debiteurenvorderingen, onderhanden werk, handelsnaam, website, andere intellectuele eigendomsrechten en dergelijke. Het liefst verkoopt de curator al die activa ineens; in dat geval spreken wij van een doorstart. Vaak lukt het de curator dan ook nog om voor een gedeelte van het personeel werkgelegenheid te behouden. Als een doorstart niet slaagt, zit er meestal niets anders voor de curator op dan ‘de tafels, de stoelen en de laptops’ op een veiling of onderhands te verkopen.
Een andere taak van de curator, naast verkoop van de bezittingen, is het instellen van een rechtmatigheidsonderzoek. Met name voor de bestuurder van een rechtspersoon in zwaar weer is het van belang om daar al ruim voor het faillissement rekening mee te houden en te zorgen dat hij of zij dat onderzoek, als het zover komt, zonder kleerscheuren doorkomt. Soms kan dat door zelf nog eens kritisch naar de boekhouding te kijken, maar in veel gevallen is een nader advies wenselijk over de publicatieplicht, rekening-courantverhoudingen, (afwikkeling van) zekerheden, betalingen in het zicht van faillissement, enzovoorts.
Tip: als je, ten slotte, als bestuurder of aandeelhouder zelf een doorstart ambieert, is het verstandig om je plan gereed te hebben voordat de curator zijn entree maakt. Zo hoeft een faillissement lang niet altijd het einde van het ondernemerschap te betekenen.
Peter Bos, Wieringa advocaten (www.wieringa-advocaten.nl)