De noodzaak van een minnelijke schuldregeling
Precies een week geleden heb ik een einde mogen maken aan de lang slepende situatie waarin mijn klant zich al ongeveer 4 vier jaar bevond. Nu zal u wel denken, dan had je wel iets beter je best kunnen doen…. Ik zal daarom kort schetsen wat er aan de hand was. 4 Jaar geleden meldde zich bij mij een echtpaar uit de Randstad. Samen met een vriend/ compagnon hadden zij enkele jaren lang een restaurant gevoerd in de vorm van vennootschap onder firma.. Als gevolg van de economische crisis hadden ze veel minder inkomsten, mensen kwamen niet meer eten en vergaderzalen werden niet meer verhuurd. De inkomsten daalden dermate hard dat zij de noodzaak hadden om afscheid te nemen van de onderneming. Het stoppen van de onderneming kon helaas niet zonder dat hun zakelijk pand verkocht moest worden en het personeel ontslagen moest worden.
Tijdens het intakegesprek bleek dat een van de schuldeisers het faillissement voor zowel de vennootschap als voor de vennoten had aangevraagd. En hier sloop de eerste kink in de kabel. Voor het echtpaar mochten wij aan het werk, de andere vennoot diende zich te wenden tot zijn gemeente. Normaal gesproken is dit natuurlijk geen enkel probleem en wordt dit uiterst kundig opgepakt. In deze periode begonnen rechtbanken echter te vinden dat een faillissement geen reden meer was om direct een verzoek in te dienen voor de Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) en dat een minnelijk traject uitgevoerd diende te worden.
Voor het echtpaar in kwestie hebben wij uitstel bij de rechtbank aangevraagd om te pogen tot een minnelijk vergelijk te komen met alle schuldeisers. Wij hebben deze tijd gekregen. Het dossier werd opgestart, de verificatie werd ingezet en er is een voorstel voorgelegd aan alle schuldeisers. De poging mocht echter niet baten en uiteindelijk hebben wij alsnog een verzoek in moeten dienen voor toelating tot de WSNP. Het echtpaar werd in juni 2014 toegelaten tot de WSNP en hebben de regeling inmiddels met goed gevolg (schone lei) afgerond.
Nu mijn punt over het minnelijk traject. De andere vennoot bracht het er namelijk niet zo goed vanaf. Er werd voor hem een verzoek voor toelating tot de WSNP ingediend bij de rechtbank zonder dat er een minnelijk traject gepoogd was. Dit kwam hem helaas duur te staan. Zijn verzoek werd afgewezen en hij werd failliet verklaard. Tijdens het faillissement is nog twee keer gepoogd hem de WSNP in te krijgen, maar ook dit zonder resultaat omdat er geen minnelijk traject gepoogd was.
In juni 2016 meldde de vennoot zich alsnog bij ons en konden wij toch ons werk gaan doen, het faillissement werd opgeheven in december 2016 en wij konden in januari het voorstel voorleggen aan alle schuldeisers. Dit heeft geleid tot afgelopen woensdag, de dag waarop het dwangakkoord behandeld werd. Na zovele jaren kwam er een einddatum inzicht en nog tijdens de zitting werd ons verteld dat het verzoekschrift toegewezen werd en dat er een einde kwam aan deze ellende.
Was er enkele jaren geleden voor deze man ook een minnelijk traject gestart, dan was hij nu klaar geweest, nu moet hij nog beginnen aan de drie jaar Wsnp, maar het einde is in zicht.
Kelly Vink